Blockbusters. Hit-making, risk-taking,and the business of entertainment

Blockbusters. Hit-making, risk-taking,and the business of entertainment


Door Tim van Meurs (stagiair Stichting Filmonderzoek)
Op maandag 31 maart 2014 vond aan de Amsterdam Business School een bijzondere presentatie plaats. De Nederlandse Anita Elberse, professor aan de Harvard Business School, presenteerde namelijk haar eerste boek: Blockbusters. Hit-making, risk-taking,and the business of entertainment. In dit boek behandelt ze de zogenaamde blockbuster strategy of de tent-pole strategy van de entertainmentindustrie. Uiteraard komt ook Hollywood hierin voorbij, waarbij Elberse een verklaring geeft voor de focus van filmmaatschappijen op de release van blockbusters.

'Blockbusters': Go Big Or Go Home, Says Harvard ProfessorAan de hand van interviews met verschillende hoge functionarissen uit de entertainmentsector legt Elberse uit waarom bioscopen vol sequels, prequels, boek- en stripverfilmingen, films met bekende filmsterren zitten en waarom we op de radio niets anders horen dan de meest bekende artiesten. Of waarom sportclubs als Real Madrid miljoenen uitgeven om de bekendste sporters aan zich te koppelen. Met een titel als Blockbusters is het echter logisch dat de filmsector veel aandacht krijgt. Elberse gaat in op de keuzes die gemaakt worden in de filmindustrie, de marketing van blockbusters, de kracht van grote (film)sterren, de effecten van digitalisering op blockbusters en de toekomst van de blockbuster strategy.

De presentatie, gehouden in een collegezaal aan de Plantage Muidergracht, omvatte naast een samenvatting van het boek door Elberse ook nog een paneldiscussie, waarbij Alexander Ribbink (o.a. voorzitter van de Raad van Toezicht van het Stedelijk Museum Amsterdam), Philip Alberdingk Thijm (CEO van de Sky Radio Group) en Hermen Hulst (Managing Director van Guerrilla Games) hun vragen en opmerkingen over Blockbusters af konden vuren op de veramerikaanste Nederlandse. Door hun specialiteiten buiten de entertainmentgenres waar Elberse zich in haar boek op richt, vormden de panelleden een interessante aanvulling op de middag.

De paneldiscussie, samen met de publieksvragen, haalden dan ook het grootste vraagteken (en kritiekpunten) op het boek weg: Is dit boek geschreven als reclame voor de blockbuster strategy? Roept Elberse met haar boek iedereen in de entertainmentsector op om hoog in te zetten en zodoende grote risico’s te nemen? Hoewel de conclusie van het boek is dat de strategie vaak werkt, wordt aangegeven dat het zeker geen waterdichte succesformule is. Kleinere producties zijn alsnog nodig voor diverse redenen, waaronder innovatie en moeten zorgen voor een constante stroom aan films die in de bioscoop te zien zijn. Kleinere producties zullen dus gelukkig niet van het grote doek verdwijnen. Toch toont Elberse met haar case-study van Warner Bros. dat 25% van hun duurste films (gemaakte met de hoogste budgetten) verantwoordelijk is voor 59% van de wereldwijde recette. Zelfs tien procent van de duurste films van de studio, wat in deze sample 12 films betekent, is al goed voor 42% van de wereldwijde kaartverkoop. Hoewel niet helemaal vergelijkbaar zien we in Nederland dat de twintig meest bezochte films verantwoordelijk zijn voor ongeveer 35% van de kaartverkoop (zie onderstaand tabel, ook besproken in het rapport Digitale Cinema in Nederland). Het opvallende is dat deze lijn aan het dalen is, wat suggereert dat de top 20 minder belangrijk aan het worden is voor de totale recette.

figuurtop20-2013