Voorjaarsoverleg: ‘No nonsense debat over hot issues’

Voorjaarsoverleg: ‘No nonsense debat over hot issues’


Door de digitalisering en de bezuinigingen staat de filmwereld aan de vooravond van een belangrijke, nieuwe fase. Reden om tijdens het jaarlijks terugkerende ‘no nonsense debat over hot issues in de filmwereld’ eens wat direct betrokkenen aan het woord te laten en te ondervragen. Het zogeheten Voorjaarsoverleg, dat wederom onder leiding stond van filmjournalist Karin Wolfs en filmtheaterdirecteur Alex de Ronde, vond woensdag 20 juni plaats in Het Ketelhuis in Amsterdam.

VOD is de toekomst
Roeland Stekelenburg, directeur van NL Buzz, het bedrijf dat het vod-platform Pathé Thuis ontwikkelde, kwam uitleg geven over video-on-demand. Maar het leek erop dat de presentatoren irritatie opriepen door het direct over filmpiraterij te willen hebben. De gedachte daarachter was dat legaal aanbod dé manier is om filmpiraterij te verdringen. Maar vod is natuurlijk veel meer dan dat. Wilco Wolfers, voorzitter van de NVF en managing director bij filmdistributeur A-Film schoof aan om het gesprek van extra voeding te voorzien. De heren bevestigden dat legaal aanbod via video-on-demand filmpiraterij zal kunnen verdringen. Helaas staat vod in Nederland nog in de kinderschoenen. Nederland loopt internationaal gezien vijf tot acht jaar achter, zo bleek uit de toelichting. A-Film is een van de koplopers in Nederland en experimenteert met het gratis aanbieden van films via een speciaal YouTube-kanaal. Content gratis weggeven? Ja, de inkomsten komen uit advertenties. Maar voor andere vormen van vod moet doorgaans wél gewoon worden betaald. Het was Wolfers die uitlegde dat er ruwweg twee verdienmodellen te onderscheiden zijn. De eerste, subscription vod (svod), is een abonnementsdienst vergelijkbaar met Spotify: voor een vast bedrag maandelijks onbeperkt films kijken. Het tweede model, transactional vod oftewel tvod, is het systeem waarbij de consument betaalt per bestelde film. Wolfers en Stekelenburg waren het er over eens dat vod de toekomst heeft. Er werd daarbij wel gesuggereerd dat vod de huidige windows verder onder druk zal zetten.

Extra heffing aan de bron
Ook Doreen Boonekamp, directeur van het Filmfonds, gaf aan vod wel te zien zitten. Volgens haar betekent het dat de Nederlandse film er een extra afzetkanaal bij krijgt en het illegale aanbod meer in de verdrukking zal raken. Desondanks zullen subsidies altijd nodig blijven, aldus de Filmfonds-directrice. Een ander mogelijkheid om de Nederlandse film te helpen als gevolg van de bezuinigingen ligt volgens Boonekamp in het introduceren van een tax shelter. Nederland kan volgens haar nog veel leren van België. Daar worden een betere regelgeving en een tax shelter gecombineerd. Dat heeft de Belgen 7.600 extra banen opgeleverd. Boonekamp sprak ook over een extra heffing aan de bron, waarbij elk onderdeel uit de keten een percentage van de omzet afdraagt ter financiering van de Nederlandse film. Verder uitte Boonenkamp haar gedachten over de oprichting van een fonds waarbij filmmakers geld kunnen lenen tegen gunstige tarieven (het cashflow fonds voor brugfinanciering). Toen Wilco Wolfers hierover werd ondervraagd, gaf hij aan hier niet op deze avond over te willen onderhandelen. Verder merkte hij op te vermoeden dat bepaalde partijen, waaronder de majors en de branchevereniging NVPI, het voorstel waarschijnlijk wat minder zien zitten.

Voorkeur voor publieksfilms
Aan de Filmfonds-directrice werd vervolgens voorgelegd hoe zij de problematische situatie van de kwetsbare kwaliteitsfilms beoordeelt. In reactie daarop gaf Boonekamp aan het doodzonde te vinden dat sommige artistieke Nederlandse films wel in het buitenland te zien zijn, maar niet in de Nederlandse bioscopen. Maar ze stak ook de hand in eigen boezem: er moet volgens haar strenger worden geselecteerd welke film subsidie krijgt. Filmmakers die zich al hebben bewezen, moeten een streepje voor krijgen. De doelstelling moet zijn om alleen die films te financieren waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat ze minimaal 10.000 bezoekers trekken. Hiervoor is wel medewerking nodig van de bioscoopexploitanten. Zij moeten helpen aandacht te geven aan Nederlandse films en meer bioscoopzalen beschikbaar te stellen.

Hol van de leeuw
Toen Joop Daalmeijer, voorzitter van de Raad van Cultuur, plaatsnam op het podium wetende dat een felle discussie over het recente advies van de raad over de komende cultuurperiode mogelijk in het vooruitzicht lag, gaf deze aan zich helemaal geen ‘burgemeester in oorlogstijd’ of ‘collaborateur’ te voelen. In tegendeel, Daalmeijer maakte kenbaar trots te zijn op het geleverde werk. Hij hield het publiek voor dat het niet de Raad van Cultuur is die verantwoordelijk is voor de bezuinigen, maar de politiek in Den Haag. Waar hij wel spijt van had, was dat er tijdens het opstellen van het advies geen hoor- en wederhoor had plaatsgevonden. Daar was echter ook geen tijd voor. Inmiddels kunnen cultuurinstellingen bezwaar aantekenen, zo gaf Daalmeijer aan. Zijn uitspraak dat het ‘slechts een advies’ is en dat ‘adviezen zo de prullenbak in kunnen’ bracht een cynische reactie bij het publiek teweeg. Alle aanwezigen, inclusief Daalmeijer, weten immers dat de regering het advies van de raad vrijwel altijd overneemt.

Bezoekers van EYE
Toen het aankwam op een gesprek over het advies over EYE gaf Daalmeijer aan dat het filminstituut in het advies positief wordt beoordeeld, maar dat er twijfels zijn over de geschatte bezoekersaantallen. EYE dient zich volgens hem bovendien te realiseren dat het vooral een filmmuseum is. In dat opzicht vindt de raad dat EYE te weinig duidelijke keuzes maakt.

Natuurlijk kon een reactie van EYE-directrice Sandra den Hamer niet uitblijven. Ze verweet de raad niet te kijken naar eerder gemaakte afspraken. Ook noemde ze het advies ‘schadelijk voor de sector’. Er is door de raad volgens Den Hamer teveel naar etiketjes gekeken en niet naar het groter geheel. Ze merkte op dat er sinds de opening van EYE maar liefst 180.000 bezoekers zijn geweest. 80.000 daarvan kwamen voor een film en/of een tentoonstelling. Bovendien is er sprake van een breder publiek dan voorheen. Ook gezinnen en toeristen weten het nieuwe filmmuseum nu beter te vinden.

Teveel films
Aan het einde van de enerverende avond werden Krijn Meerburg, directeur filmtheater LantarenVenster in Rotterdam en David Deprez, artistiek directeur filmtheater Lumière in Maastricht, geconfronteerd met de vraag waarom filmtheaters steeds meer kiezen voor de bekende succesfilms in hun programmering en de kwetsbare films meer en meer laten liggen. Zij kaatsten de bal direct terug. Voor de kleinere arthousefilms is minder plek omdat er gewoon teveel films zijn. Maar er werd wel duidelijk dat de wijze van programmering ook te maken heeft met bezuinigingen en hogere kosten. Kiezen voor succesfilms is dan een voor de hand liggende oplossing, aldus de theaterdirecteuren. Dat de kleinere arthousefilm thuishoort in de filmprogrammering van de filmtheaters werd door beiden bevestigd. Om voldoende publiek te garanderen werd het idee geopperd evenementen te organiseren rondom deze films. In korte tijd veel bezoekers aantrekken is namelijk beter dan de film meerdere weken draaien met een handjevol mensen in de zalen.

Dit bericht is eerder gepubliceerd op de website van Holland Film Nieuws.
Lees ook het artikel in De Filmkrant over het Voorjaarsoverleg.