Digitale Cinema in Nederland

Digitale Cinema in Nederland

Foto: Vicky Beerens


Nederland is op het gebied van digitalisering een grote stap voor op de rest van Europa: het is na Noorwegen het eerste land waar de distributie en vertoning van films 100% digitaal zal zijn.

In de filmsector heeft digitalisering wereldwijd een vlucht genomen. Bioscopen en distributeurs staan op de drempel van een integrale overstap van analoge 35mm filmrollen naar het digitaal distribueren en vertonen van films in de bioscoop. Waar in veel landen financiële en politieke obstakels overwonnen moeten worden om tot een volledige digitalisering te komen, is in Nederland de digitalisering van de filmsector ver gevorderd. De NVB (Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten) en NVF (Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs) en EYE Film Instituut Nederland hebben in januari 2011 gezamenlijk Cinema Digitaal BV in het leven geroepen. Met dit unieke samenwerkingsverband wordt de digitalisering collectief en op nationaal niveau aangepakt, en is er een snelle, gecoördineerde transitie mogelijk. Door goede samenwerking tussen verschillende marktpartijen en met slechts een relatief geringe, maar voor de filmtheaters zeer belangrijke, overheidsbijdrage, wordt een fijnmazig vertoningsnetwerk behouden en zullen er geen Nederlandse bioscopen of filmtheaters verdwijnen door de digitalisering.

Onder leiding van Jorien Scholtens hebben we in opdracht van EYE en in samenwerking met de NVB en de NVF een onderzoek uitgevoerd naar de verwachte effecten van de digitalisering van het Nederlandse vertoning- en distributiecircuit. De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op interviews met exploitanten, distributeurs en andere betrokkenen. De resultaten laten zien hoe de Nederlandse filmsector aankijkt tegen de overstap en wat de toekomstverwachtingen zijn.

De digitalisering brengt een aantal ingrijpende veranderingen met zich mee die niet zozeer zichtbaar zijn voor het bioscooppubliek, maar achter de schermen van bioscoopbedrijven en filmdistributeurs veel teweeg brengen. In het onderzoek wordt allereerst ingegaan op de verwachte veranderingen op de bedrijfsvoering van bioscopen en distributeurs, vervolgens worden de effecten op de programmering en het filmaanbod besproken. Er is speciale aandacht voor de kansen en bedreigingen voor arthouse distributeurs, filmtheaters en kleine bioscopen. Ook wordt in het onderzoeksrapport de ontwikkeling van de digitale cinema – wereldwijd en in Nederland – beschreven.

Geen kostenbesparingen, maar wel efficiëntieverhoging
Eén van de belangrijkste conclusies op het gebied van bedrijfsvoering is dat er geen kostenbesparingen worden verwacht. Vooral niet tijdens de overstap en de eerste jaren na de digitalisering. Omdat er een extra bijdrage moet worden betaald door distributeurs om de overstap te kunnen bekostigen – de Virtual Print Fee – blijft het financiële plaatje van de uitbreng van een film gelijk aan die in het 35mm tijdperk. Voor exploitanten zijn er zelfs extra kosten gemoeid, door bijvoorbeeld verbouwingen en aanpassingen aan cabines. Kostenbesparingen zijn dan ook niet de ‘motor’ achter de digitalisering, zo geven zowel exploitanten als distributeurs aan. Dit is de verhoogde efficiëntie die digitale files bieden. Deze flexibiliteit maakt een optimalisatie van aanvangstijden en zaalverdeling mogelijk, waardoor beter tegemoet kan worden gekomen aan de wensen van de klant en situatie op dat moment. Op termijn zou dit extra opbrengsten kunnen veroorzaken. Daarnaast biedt de verhoogde efficiëntie bioscopen de mogelijkheid te experimenteren in zowel de voor- als hoofdprogrammering, wat tot een beter en uitgebreider doelgroepbereik kan leiden.

De digitalisering maakt daarnaast de vertoning van alternative content mogelijk. Ook dit zou ander en wellicht nieuw publiek aan kunnen trekken. Maar vooral grote bioscopen zien kansen en een toenemend bezoek voor de vertoning van bijvoorbeeld opera- en theatervoorstellingen, sportwedstrijden en concerten, omdat zij de capaciteit hebben te experimenteren. De meerderheid en vooral kleine bioscopen zijn echter in mindere mate geïnteresseerd en wachten af tot het succes zich heeft bewezen. Een opvallende conclusie is dat de meeste distributeurs alternative content als concurrentie zien. De vertoning van dit soort content, gedistribueerd door nieuwe partijen in de markt die niet aan de digitalisering meebetalen, zorgt volgens hen voor verdringing van een volledig voorstellingspatroon van hun films.

foto: Vicky Beerens

Zowel kansen als bedreigingen voor filmtheaters en arthouse distributeurs
Uit het onderzoek blijkt verder dat binnen de groep filmtheaters en arthouse distributeurs verschillende verwachtingen bestaan. Hoewel het Cinema Digitaal project ervoor zorgt dat filmtheaters en arthouse distributeurs niet hoeven te vrezen voor hun bestaansrecht, is de meerderheid van dit segment van de sector bang voor verschraling en commercialisering van het filmaanbod. In een kwantitatieve meting is vastgesteld dat arthouse films met weinig kopieën uitgaan en een lange looptijd hebben en dat commerciële films juist een ‘brede’ première hebben en een korte looptijd. De digitalisering zou deze verhoudingen extremer kunnen maken, zo wordt verwacht, en kleine releases zullen uit het aanbod verdrongen worden.

Deze verdringing wordt deels veroorzaakt doordat bij kleine releases minder van schaalvoordelen geprofiteerd kan worden. Het digitaal uitbrengen van films met kleiner publieksbereik wordt daardoor vooralsnog als een financiële uitdaging gezien. Enkele distributeurs roepen op de ontwikkelingen nauwgezet te volgen. Zo zou bij bedreiging van de diversiteit van het filmaanbod overheidssubsidies noodzakelijk moeten worden. Deze discussie wordt ook op Europees niveau gevoerd. Aangezien de vergevorderde digitalisering in Nederland de Nederlandse arthouse distributeurs een voorbeeldrol toebedeelt, is het belangrijk ervaringen in Nederland te blijven volgen.

Er is echter ook een klein deel die de digitalisering positiever benadert en juist meer mogelijkheden ziet voor arthouse films. De digitalisering maakt het bijvoorbeeld mogelijk om in meer bioscopen, sneller een release te krijgen. Ook gaat deze groep uit van meer mogelijkheden voor de programmering van events en eenmalige vertoningen. Zij verwachten dan ook dat de digitalisering de traditionele distributie en programmeringpatronen zal vernieuwen. Onderzoek wijst daarnaast uit dat het eenzijdiger worden van het filmaanbod geen trend is van de afgelopen jaren. De laatste 15 jaar is juist een daling van het marktaandeel van de hits te zien, waardoor gesteld kan worden dat het publiek zich steeds meer verspreidt over het filmaanbod. Zie onderstaande grafiek.

grafiektop20bioscoopbezoek

Digitalisering brengt conservatieve én innovatieve verwachtingen
Een belangrijke conclusie is dat de verwachte effecten van de digitalisering niet in één woord zijn samen te vatten. De meningen over de impact van de nieuwe technologie op zowel bedrijfsvoering als programmering lopen uiteen van conservatief tot vooruitstrevend. Deze ambivalente houding ten opzichte van digitalisering heerst in gelijke mate bij elk segment van de sector, zowel onder de vertoners en distributeurs van commerciële films als van artistieke films. Er zijn afwachtende partijen, maar ook vooruitstrevende pioniers met innovatieve ideeën. Over het algemeen geldt dat alle partijen zich vooral op het ‘nu’ concentreren.

Ondanks het ontbreken van een duidelijk toekomstbeeld is men het wel eens over de aanpak van de digitalisering in Nederland. Unaniem wordt beaamd dat dankzij de unieke samenwerking een vruchtbaar bioscoopklimaat wordt behouden met een divers en goed verspreid filmaanbod. Door middel van vervolgonderzoek zal duidelijk worden of desondanks de vrees voor verschraling terecht is. In het najaar van 2012 zal een eerste vergelijking plaatsvinden, die inzicht zal geven in eventuele veranderingen in de grootte en omvang van nieuwe filmreleases.

Download hier het rapport.