Bereik en bezoekfrequentie bioscopen in 2011

Bereik en bezoekfrequentie bioscopen in 2011


Stichting Filmonderzoek voert jaarlijks onderzoek uit naar het bereik van de Nederlandse bioscopen en de gemiddelde bezoekfrequentie van de Nederlandse bevolking. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van de Bioscoopmonitor. De Bioscoopmonitor is het jaarlijkse onderzoek naar bioscoopbezoek en filmconsumptie, dat wordt uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB) en de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs (NVF). Naast bereik en bezoekfrequentie worden een aantal specifieke onderzoeksthema’s behandeld. De Bioscoopmonitor 2011/2012 zal eind juni opgeleverd worden.

In 2011 ging ongeveer 54% van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder minstens één keer naar een bioscoop of filmtheater. De gemiddelde Nederlander ging in 2011 ongeveer drie keer naar een bioscoop of filmtheater.

Procentueel gezien was het bereik in 2011 onder jongeren (tot 29 jaar) het grootst. In absolute aantallen was het bereik onder 40-54-jarigen het grootst: ruim 2 miljoen personen uit deze leeftijdscategorie bezochten minimaal één keer een bioscoop of filmtheater. Hoewel de frequentie van deze groep lager dan gemiddeld was (2,4), heeft deze groep door haar omvang wel het grootste marktaandeel van het bioscoopbezoek. Opvallend is dat het bezoek van 16-17-jarigen flink is gedaald. In 2010 was het bereikpercentage van 16-17-jarigen 88%, terwijl dat in 2011 64% was. Zie ook de volgende grafiek:

Grafiek bereik per leeftijdscategorie 2011

Het bereik van hoogopgeleiden was relatief hoog, evenals de bezoekfrequentie van deze categorie. Het inkomen van een persoon had daarentegen weinig invloed op het bereikcijfer: er werden relatief evenveel bezoekers uit alle inkomenscategorieën bereikt. Personen met een hoger inkomen gingen wel vaker naar een bioscoop of filmtheater dan personen met een lager inkomen.

Bioscoopbezoek is vooral populair onder stedelingen. 61% van alle kaartjes werd gekocht door inwoners van een sterk tot zeer sterk stedelijk gebied. Eenzelfde verdeling geldt voor de sociale klasse waarin men verkeert: hoe hoger de sociale klasse, hoe hoger het bereikpercentage en de gemiddelde bezoekfrequentie.

Nieuw in de meting van dit jaar ten opzichte van eerdere jaren was het onderzoek naar favoriete bezoektijdstippen. Doordeweeks gaat men het liefst vroeg in de avond naar de bioscoop. Op zaterdag gaat men het liefst na 20:00 uur. Voor de zondag geldt een grotere verdeeldheid: de favoriete tijden zijn ’s avonds, maar in vergelijking met andere delen van de week zijn ook de middaguren in trek. Jongeren gaan over het algemeen liever ’s avonds naar de bioscoop, terwijl ouderen ook graag ’s middags een bioscoop bezoeken.

Ook is in deze meting het bereik van de Nederlandse film onderzocht. 25% van alle Nederlanders (16+) hebben in 2011 een Nederlandse film in een bioscoop of in een filmtheater gezien (dit is 47% van alle bioscoopbezoekers). Voor het bezoek aan Nederlandse films gelden dezelfde tendensen als voor het totale bioscoop- en filmtheaterbezoek van 2011. Een uitzondering is de lage bezoekfrequentie van wetenschappe-lijk opgeleiden. Hoewel WO’ers in totaal bovengemiddeld vaak films hebben bezocht, was hiervan slechts een klein deel Nederlands.

De rapportage Bereik en Bezoekfrequentie 2011 is op aanvraag verkrijgbaar via info@filmonderzoek.nl.